Overslaan en naar de inhoud gaan
x
Jan De Preter

Diplomaat bij de Verenigde Naties

Een tienerfascinatie met het idee van de wereldgemeenschap die de Verenigde Naties is en het toeval; dat bracht Jan De Preter naar New York. Vandaag is de diplomaat verbonden aan het pensioenfonds van de organisatie en voedt hij samen met zijn echtgenote twee kinderen op in Brooklyn. “New York City, een harde stad? Ik weet niet of dat waar is.”

“Het leven is een aaneenschakeling van toevalligheden”, glimlacht Jan De Preter. “Als men in 2009 op de Belgische missie aan de Verenigde Naties niet iemand zocht die al wat ervaring met de organisatie had, dan was mijn leven misschien anders gelopen. Maar ik had als diplomaat al meegedraaid aan het Europese hoofdkwartier van de VN-instellingen in Genève, en dus belandde ik in New York. Je moet soms wat geluk hebben.”

Geluk, en misschien ook ergens een doel, zelfs al heet dat niet zo. “Ik had nooit het plan om diplomaat te worden, maar internationale politiek lag altijd in het vizier. Dus volgde ik na mijn studies Geschiedenis in Leuven een aanvullende opleiding Internationale Betrekkingen. Zo belandde ik bij één van mijn eerste jobs op de FOD Sociale Zaken, waar ik mee internationale dossiers opvolgde. Toen heb ik besloten om mee te doen aan het diplomatiek examen. Twee jaar lang draaide ik als stagiair mee op verschillende diensten. Ik verbleef onder meer een half jaar in Marokko en uiteindelijk werd ik in 2005 naar Genève gedetacheerd.”

Als het een eerste kennismaking was met de VN, dan één die een thuiskomen moet zijn geweest, want De Preter had altijd al een boontje voor de organisatie. “Ik had als kind al veel interesse in de internationale politiek en op dat vlak waren de jaren negentig erg boeiend, met charismatische figuren als voormalig secretaris-generaal Kofi Annan en Amerikaans president Bill Clinton.”

De wereld van de diplomatie blijft voor buitenstaanders omgeven met een zweem van mysterie. Daar heeft De Preters leven niets mee te maken helaas. “Dat beeld is gevormd door spionagefilms. Voor dat soort glamour is er echter geen tijd meer. Je hebt die klassieke cartoon 'wat mijn ouders denken dat ik doe, wat mijn vrienden denken dat ik doe, wat ik eigenlijk echt doe' die ook aan de VN-diplomatie is aangepast. Wel, bij wat wij doen komen geen blauwe helmen kijken, maar wel stapels papier. Vandaag zijn we allemaal meer gespecialiseerd en is het een meer technocratische job geworden, waarvoor je meer moderne vaardigheden moet hebben. Denk maar aan de uitdagingen rond klimaatverandering of cyberveiligheid. Erg technische dossiers. De wereld verandert razendsnel, maar het basisgegeven blijft echter hetzelfde: mensen die hun land vertegenwoordigen met elkaar doen praten. Het interculturele aspect en het gebruik van taal is daarbij zeer belangrijk.”

Gechipoteer

En dus: New York, sinds 2009. Het hol van de leeuw, het kloppend hart van de wereldgemeenschap. De Preter werd ingeschakeld als Belgisch vertegenwoordiger bij de budgetbesprekingen van de organisatie. Voer voor heel wat discussie en onderhandelingen, vertelt hij. “Bij een vredesmissie bijvoorbeeld zijn het immers niet de landen die troepen sturen, die daarvoor betalen. Dat geld komt meestal uit de VS of Europa en dat vraagt dus wel wat geven en nemen voor iedereen het eens wordt.”

“In 2015, na twee jaar terug in België, ben ik overgestapt naar het Europees niveau en werd ik deel van de Europese vertegenwoordiging bij de VN, alweer verantwoordelijk voor budgetonderhandelingen: eerst met alle lidstaten één Europese positie bepalen – dat vroeg al heel wat gechipoteer – daarna dat standpunt verdedigen in de algemene vergadering en onderhandelingen met de Verenigde Staten, Rusland, China en ga zo maar door.”

“Het was een boeiende tijd. Toen ik aankwam was Ban Ki Moon nog Secretaris-Generaal van de VN en Obama president van de VS. Twee jaar later zag alles er anders uit. Vanaf toen is er veel tijd in geslopen om te zorgen dat de VS toch nog deel bleef uitmaken van de VN en het hele diplomatieke gebeuren. Ook in het budgetcomité zag je de geopolitieke verschuivingen. De VS weigerde nog te betalen, of wilde veel minder bijdragen, de EU werd een sterkere speler maar blijft op zoek naar haar soortelijk gewicht, terwijl haar individuele lidstaten zoals Frankrijk en Duitsland internationaal aan belang verliezen en dus baat hebben bij Europese samenwerking. Tegelijk kwam China opzichtig opzetten. Waar ze vroeger mee de positie van de ontwikkelingslanden vertolkten, stellen ze zich als tweede grootste bijdrager aan de organisatie nu heel dominant op. Want zo werkt het wel, zie je in het VN-budgetcomité heel duidelijk: wie betaalt, verwacht iets in ruil: invloed op het beleid.”

Plantrekkerij

“New York is verslavend”, zegt de diplomaat. “Het is geen gemakkelijke stad, maar er hangt dankzij de grote verscheidenheid aan mensen een enorme energie. Hoe iedereen er mag leven op zijn eigen manier, zonder dat die in vraag wordt gesteld, vind ik heel erg aantrekkelijk. Het leven is er duur, dus zonder job hou je je er niet lang staande. En toch doen Amerikanen het. Ze nemen de moeilijke periodes er wel even bij, blijven hun appartement huren tot ze nieuw werk hebben, desnoods leven ze even op hun kredietkaart tot het weer goed komt.”

Het doet denken aan wat komiek Denis Leary ooit zei: 'live in Los Angeles once, but leave before it makes you soft, live in New York City once, but leave before it makes you hard'. De Preter lacht. “Aan dat citaat heb ik al vaak gedacht, maar ik weet niet of het waar is. Eigenlijk vind ik de mensen hier over het algemeen heel erg beleefd en bedachtzaam in het samenleven. Dat moet ook, want er leven hier zoveel verschillende mensen dat het anders chaos zou zijn. Je ziet het ook aan de omgang met het coronavirus. Geen mondmasker dragen als je onder mensen bent, is not done. Daarentegen zie je wel dat het bij de distributie van de vaccins wel erg hands-on is. 'Shots in the arm and money in the pockets', zoals President Biden zelf zei. Vaccinatiecentra draaien letterlijk 24/7. En zij die voorwringen door onderliggende aandoeningen te veinzen: dat hoort erbij. Een soort plantrekkerij.”

New York werd zwaar getroffen tijdens het begin van de pandemie. De Preter zat op de eerste rij. “Wij wonen vrij dicht bij een ziekenhuis, zo hoorden we de voortdurende sirenes van de af-en-aanrijdende ambulances. Verder was het overigens doodstil op straat; niemand kwam buiten. We wisten nog niet veel over de overdraagbaarheid van het virus en dus zag je mensen obsessief deurklinken schoonmaken of de metro mijden. Dat is nu voorbij, maar tot in mei-juni was het heel erg. Na de moord op George Floyd barstte vervolgens ook in New York protest uit en kregen we twee weken lang een avondklok. Daarna is het allemaal wat rustiger geworden en zie je zelfs hoe het vaccineren al bij al erg efficiënt verloopt, al was het maar dankzij de macht van het geld. Een steunpakket van 1,9 triljoen, een regering die farmabedrijven met de koppen tegen elkaar sloeg, dat helpt om het vlot te laten verlopen. Ook dat vind ik fascinerend. Ik volg de Amerikaanse politiek met veel interesse, zelfs al blijf ik een buitenstaander."

Voelt hij zich na al die jaren niet al een beetje Amerikaans? “Zeker niet”, klinkt het beslist. “Ik werk uiteindelijk in een internationale omgeving, dus mijn contacten zijn ook navenant. Ik voel mezelf vooral medewerker van de VN. Misschien maakt dat me eerder een expat dan een immigrant, ja. We zijn hier ook met een specifiek VN-visum, dus wij hebben geen gedoe met Green Cards. Wat ook wel wil zeggen dat van zodra mijn contract afgelopen is, wij eventueel verhuizen. Op dat vlak blijft het wel een tijdelijk gegeven. Want zeg nooit nooit, maar ik denk wel dat we onszelf nog ergens anders zien eindigen: België, of een andere standplaats als diplomaat voor de VN of voor België. Dit is nu een goede oplossing, Griet heeft hier na even zoeken nu ook een goeie job, dus het zou stom zijn geweest als ik afgelopen zomer had moeten terugkeren. Maar ik sluit niet uit dat we nog andere richtingen uitslaan. Dat is wel het voordeel aan ons diplomatenstatuut; er is altijd wel een plek waar je kunt landen, je bent niet gebonden aan één plaats.”

Auteur:
Matthieu Van Steenkiste