Overslaan en naar de inhoud gaan
x
Katelijne De Backer

Antwerpse klasbak - Katelijne De Backer

Katelijne De Backer drukte haar stempel op de kunstwereld en onze muzieksmaak. In New York was ze directeur van de meest gezaghebbende Amerikaanse kunstbeurs. Eerder zat de sociologe in Londen aan de knoppen van invloedrijke shows toen MTV de Europese jeugd aan de buis gekluisterd hield. Ze volgde altijd haar gevoel en sloeg haar vleugels uit. Een influisterende ratio hield haar nooit tegen.

Je mag haar parcours als dat van een ontdekkingsreizigster omschrijven. Haar ervaringen slepen de Antwerpse tot de gewaardeerde diamant die ze vandaag is. Ze overschouwt voor ons dertig jaar leven en werken in het buitenland en reflecteert over de Amerikaanse gezondheidszorg en kunst anno 2020.

Zonder masterplan

“Een vooropgesteld plan was het niet. De drang naar het buitenland heb ik nooit gekend. Ik was ook niet zo vastbesloten als sommige dertienjarigen die weten dat ze wetenschapper willen worden. Ik zag mezelf meer als een huisje tuintje persoon”, bekent Katelijne. Dat is wel even anders gelopen. Haar leven werd spannend, de wegen die ze bewandelde verscheiden. “Mijn interessesfeer is wel altijd breed geweest. Ik ben sociologie gaan studeren omdat ik het als een goede basis zag. Mijn thesis aan de VUB schreef ik over mode. Meer bepaald over de sociale stratificatie, of hoe mode zich doorheen de sociaal-economische lagen beweegt, bottom up vaak. Concreet over hoe de punk als subcultuur uiteindelijk doorstroomt tot de high fashion.”

Vanaf dan leest haar verhaal als een groot avontuur. Pinpointen kan je haar niet. Als je toenmalige vriend Marcel Vanthilt heet en je vraagt om mee te gaan naar Londen, dan zeg je geen neen. “Gemakkelijk was dat aanvankelijk niet. Hij startte onmiddellijk bij MTV Europe en ik schaafde eerst aan mijn Engels in enkele winkels. De eerste jaren vond ik moeilijk. Uiteindelijk kwam ik ook bij MTV terecht, dat zo divers en Europees mogelijk wou zijn. Allemaal twintigers onder elkaar, die mochten doen wat ze graag deden. Londen bruiste in de jaren ’90 ook nog echt. Wij woonden niet ver van Portobello Road, thuisbasis van The Clash. Erg cool was dat.” De jonge Antwerpse beet zich vast.

Rode draad

Katelijne wordt graag geprikkeld. Hoewel ze haar succes toeschrijft aan perfecte timing, is haar erkenning geen toeval. Doorzettingsvermogen en blijvende verwondering kleuren haar karakter. “Misschien is dat wel de rode draad in mijn carrière. Als ik ergens mijn draai vind, dan geef ik me helemaal. Het waren de gouden jaren van MTV. Wij coverden grote zomerfestivals als Glastonbury, Roskilde en Pukkelpop. Wij zaten soms met vrienden samen thuis naar MTV te kijken. Toen iemand een verzoeknummer had, belden wij naar onze vrienden die de uitzending deden, en enkele minuten later was de gevraagde videoclip op antenne.”

Ze bleef tien jaar bij de muziekzender en werd producer van programma’s als 120 minutes en Alternative Nation. “Aanvankelijk was het ‘hoe gekker, hoe beter’. Maar het werd langzaamaan een echte business. Ik kon verder groeien, maar dan maakte ik geen televisie meer. De vrijheid van de begindagen verdween. Het vuur was weg. New York lonkte en was liefde op het eerste gezicht. Ik had een grote interesse ontwikkeld voor de macrobiotische keuken, en werd aangetrokken door Souen, een macrobiotisch restaurant in Manhattan. Ik had een nieuwe droom en liep er met een toeristenvisum drie maanden stage. Een bijzondere ervaring, maar de investering voor een meisje uit Burcht bleek toch te groot.”

Zoeken en springen

“Ik ontmoette intussen wel mijn ex-man en vader van onze zoon. Hij deed wetenschappelijk onderzoek met een beurs van de BAEF (Belgian American Educational Foundation). Echter, zonder werkvergunning voor mij, draaiden de honderden opgestuurde cv’s op niets uit. In de muziek- en televisiewereld lagen natuurlijk kansen, maar ik wou mezelf heruitvinden. Dankzij een Belg werd ik vrijwilliger bij het Museum for African Art. En via via was mijn CV ook bij Toerisme Vlaanderen terecht gekomen. En zo verzorgde ik, de communicatie voor Van Dyck 1999 in Antwerpen. Dit was een tijdelijke functie en uiteindelijk keerde ik toch terug over de plas en begon als vrijwilliger bij de The Armory Show. Zo gaat het vaak in de Verenigde Staten. Als je er wil voor gaan, vaak kosteloos in eerste instantie, dan krijg je kansen.”

Een jaar later was Katelijne er directeur. De pas opgerichte Armory Show werd onder haar leiding een internationale referentie en groeide uit tot het platform voor actuele kunst in New York. “Als beursorganisator ben je een intermediair. Je zit tussen de kunstenaar, het publiek en de galeristen. Aanvankelijk wist ik niet echt hoe de kunstwereld werkte. En net dat fascineerde. Pas toen ik wijlen Jan Hoet zag passeren, daagde het. Een aantal van de huidige gevestigde waarden braken écht door in die periode. Galerie Zeno X toonde Michael Borremans en het MoMA kocht alles op. Op zo’n moment beleef je kunstgeschiedenis.”

Katelijne De Backer

Katelijne De Backer op de stoep van haar huis in Brooklyn Heights

Fair fatigue

“Ik was op het juiste moment op de juiste plek”, klinkt het bescheiden. “Ik heb ook talentrijke landgenoten gekend, wiens grote dromen uiteenspatten en terug naar België vertrokken. Op The Armory Show tussen nieuwe werken lopen, die net het kunstenaarsatelier hadden verlaten, gaf mij een kick. Binnen honderd jaar hangen die werken misschien in musea en zegen bezoekers ‘Yeah, these were the times’. Maar elke medaille in de Verenigde Staten heeft twee zijden. Toen de organisatie werd verkocht aan een mastodont die vooral verkoopbeurzen organiseerde, verdween de geest uit de fles.”

“De volgende jaren werkte ik voor Lehmann Maupin, een grote galerie in Manhattan, en daarna terug voor kunstbeurzen als Scope, Art Miami en Pulse. En toen had ik het gezien met kunstbeurzen. Tijdens de huidige pandemie vraag ik mij af waar de toekomst ligt van kunstbeurzen. Wie krijg je daar nog warm voor in de toekomst? Het is duur én vermoeiend om van Basel naar Miami, weer naar Hong Kong en Londen te vliegen. Er was al langer een zogenaamde fair fatigue. Het coronavirus versterkt het. Hopelijk komt er ruimte voor een nieuw en meer lokaal model? Voor kleinere galeries en beginnende artiesten is dit misschien een kentering.”

Spreidstand

Katelijne lijkt klaar voor een nieuwe sprong in het onbekende. Opnieuw iets met kunst? Ze blijft alleszins geconsulteerd worden. “De sector staat voor een reusachtige uitdaging. Zullen kunstwerken gekocht worden die enkel online gezien zijn? Ligt de toekomst bij online gecureerde kunstplatformen? Het belang en de expertise van een galerist blijven belangrijk.” Blijft ze in New York? De stad is fantastisch, maar ook hard en duur. “Zelf leef ik momenteel vooral van dag tot dag, qua werk en qua inkomsten. Niets is vanzelfsprekend. Vooral de gezondheidszorg is hallucinant. New Yorkers zijn veerkrachtig, maar de coronacrisis hakt erin. Ik maakte 9/11 mee, maar dit is anders. De klassenstrijd woedt. Het is schrijnend.”

En dat is een reden waarom veel Europeanen, ondanks hun liefde voor New York, toch weer de andere kant op kijken. “Zeker naarmate ze wat ouder worden en de persoonlijke gezondheidskost groter wordt. Zelf sluit ik niets uit. Momenteel leef ik in spreidstand tussen twee continenten. Ik heb me nooit afgesloten van België, ik heb er nog mijn familie en veel vrienden. Alle dingen moeten juist zitten. Ik ga hier niet kost wat kost blijven. Een plan B is België, of misschien wel ergens anders in Europa. Who knows? Maar de band met New York is sterk. Mijn zoon voelt zich, ondanks Belgische ouders, helemaal Amerikaans. Zestien is hij momenteel, de Amerikaanse skater uit Brooklyn.”

Thuis in Brooklyn

New York had vanaf dag één een enorme impact op Katelijne. Ze woonde nooit ergens langer dan in haar huidige appartement in Brooklyn, één van de vijf stadsdelen of boroughs van New York City. “Dit is echt mijn dorp in de stad. Het is 183 km² groot en is ruim met twintig wijken, maar wel menselijk. Zelf woon ik vlakbij Brooklyn Bridge, een historisch wijk, waar eerder bankiers woonden die op Wall Street werkten. Hier heb je reeds de zogenaamde brownstones, met de typische gevels uit roodbruine zandsteen. Verderop heb je Downtown Brooklyn, met veel kleurlingen.Brooklyn is ongelofelijk gevarieerd en dat is wat me aantrekt. Manhattan is haast een pretpark. Daar woon je enkel als jouw bedrijf het betalen kan. Heel fijn is dat ik momenteel voor de Antwerpse uitgeverij Luster werk aan een boek over Brooklyn, een alternatieve reisgids met een verzameling van inspirerende plekken in dit stadsdeel. Dat houdt mij nu bezig.”

 

Auteur:
Koen Van der Schaeghe | Foto: Szymon Snoeck